Nieuws:

Nu in MSM 249 TEST: KATO NMBS 5405 in spoor N

Hoofdmenu

Wat kan en niet kan

Gestart door Frans HOOYBERGHS, 14 januari 2006, 08:55:49 AM

Frans HOOYBERGHS

Jacqueline Goossens (klein vlaams meiske dat in in New York woont en werkt) vertelt onder meer in "De Morgen magazine" van vandaag 14/01/2006 over het leven ginder en hier, en het verschil. Het onderstaande moet toch duidelijk maken dat met wat goede wil, veel kan, of net niet kan.

Jacqueline Goossens woont al jaren in New York, maar de stad fascineert haar nog elke dag. Voor DM Magazine schrijft ze wekelijks over haar ervaringen ?n aanvaringen met The Big Apple.

Telkens als ik van New York kom, staat er in Zaventem een vriendelijke ziel me op te wachten. Ik word gekust, mijn bagage wordt overgenomen en stoned van vermoeidheid laat ik me chaufferen door het doorgaans van zon gespeende landschap. Maar vandaag is het nieuwjaarsochtend.

Zelfs mijn beste vriendin wil ik nu niet optrommelen. Ik vind het niet erg, want ik voel me redelijk uitgeslapen.

Op het vliegtuig heb ik me op drie zetels uitgestrekt en een dutje gedaan. Er was zoveel plaats dat alle passagiers dat konden doen. Dat is een van de voordelen van op oudejaarsavond vliegen.

Een ander is dat de luchthaven van Zaventem op nieuwjaarsochtend een oase van rust is. In de aankomsthal stinkt het voor een keer niet naar sigaretten.

In het treinstation legt een wakkere spoorwegman, duidelijk zonder nieuwjaarskater, me uit hoe ik in Sint-Niklaas moet geraken. De trein staat klaar, ik stap in, de deuren gaan dicht en we vertrekken. Ik voel me als een prinses, op mijn wenken bediend. Spoedig tsjoeken we langs de grauwe achterkant van de Brusselse rand. Ik zie dezelfde uitgewoonde armetierigheid die ik passeer als ik in New York de trein naar Philadelphia of Hartford neem. Om van te huilen.

Gelukkig dat er graffiti zijn om de boel wat op te fleuren. Ook dat doet me aan New York denken, maar dan wel het New York van vijftien jaar geleden, toen alle 7.400 metrowagons vanbinnen en vanbuiten overwoekerd waren door graffiti. Er waren er mooie bij, maar ook veel morsig kladwerk. Vieze hanenpoten (tags) bevuilden de zetels en maakten de kaarten onleesbaar.

Het geheel schepte een onbehaaglijk, onveilig gevoel. Dan ineens was het gedaan. De treinopslagplaatsen werden omringd met hoge afsluitingen met prikkeldraad erbovenop. Daarrond kwam nog een afsluiting, waarachter waakhonden patrouilleerden. Met nog camera?s en extra spoorpolitie erbij werden de treindepots oninneembare burchten. En poetsen dat ze de treinen tegenwoordig doen! Aan elke eindhalte worden de wagons dagelijks onder handen genomen.

De graffiti worden er meteen afgeschrobd.

Dat de New Yorkse treinen netter zijn, is een van de redenen dat er de laatste jaren weer veel meer mensen met het openbaar vervoer reizen.

Het treintje stopt in Schaarbeek.

Schaerbeek, voor wie geen Nederlands verstaat. Ik zie een jongeman die door een gat in de afsluiting kruipt en op het perron klimt. Hij laat zich op de sporen zakken, hijst zich op een tweede perron en springt op de volgende sporen. In New York heb ik dat nog nooit gezien. Het doet me meer aan de derde wereld denken. Ook het station van Brussel-Noord waar ik een halfuur moet wachten, roept die associatie op. De kleverige vloeren van de perronnen, telefoonhokjes, gangen en wachtzaal zijn bezaaid met snoepwikkels, chipzakjes en duizenden sigarettenpeuken. Een paar daklozen zitten in een donkere hoek voor zich uit te suffen. Een groep tieners eet en rookt met hun voeten in een plas - cola, vermoed ik. Aan de ingang vraagt een beleefde bedelaar kleingeld. Buiten een pompeuze esplanade, omringd door norse vierkante gebouwen. De originele inkomhal oogt nochtans niet mis. Van op de trappen die naar het gesloten museum leiden, doet hij me denken aan het prachtige Grand Centralstation in New York. In de jaren tachtig moest je daar soms je neus dichtknijpen omdat het er zo stonk naar de ongewassen, dakloze sukkels. Geen pendelaar die voor zijn plezier in dat station ging zitten wachten. Liever buiten in de vrieskou of de zomerhitte. Je zou het nu moeten zien. Witgeschrobd, ontdaan van al de slordige, in de loop der jaren opgetrokken hokjes, panelen en afsluitingen, staat Grand Central weer groots, open en hoog te wezen.

Agenten van de spoorwegpolitie die daartoe speciaal werden opgeleid, houden zich met de daklozen bezig.

Ze gooien hen niet buiten maar brengen hen naar een zaaltje waar goede zielen hen aan onderdak, eten, kleren en een bad proberen te helpen. Dag en nacht zijn er poetsmannen en -vrouwen in de weer met bezems en boenmachines. Het marmer ligt er altijd te blinken alsof er koninlijk bezoek wordt verwacht.

New Yorkers en toeristen gaan nu tot diep in de nacht voor hun plezier naar het station om te winkelen of te eten, zonder dat ze een trein hoeven te nemen. Brussel- Noord is veel kleiner, maar ook een potenti?le parel. Wat ging er toch om in diegenen die er dat nieuwe gebouw als een slecht passende prothese tegenaan smeten zonder het hart van het Noordstation in zijn glorie te herstellen?

Als mijn trein door Asse rijdt, moet ik als New Yorker lachen om een bord langs het spoor. ?White House presents: Booze Night. Every last Saturday of the month?, staat erop. En verder geen woord Nederlands. Als het er enkel in het Frans zou staan, zouden er mensen zich kwaad om maken, vermoed ik. Op mijn trein was het vannacht blijkbaar ook Booze Night. Er liggen champagnekurken en slingers. Onder mijn zetel rolt een lege wodkafles heen en weer. De kaartjesknipper die beeldig staat met zijn mooie kepie stoort er zich niet aan. Hij geeft mij en alle andere reizigers een stralende glimlach. Bij het naderen van Sint-Niklaas zie ik op een muur langs het spoor een (alweer Engelse) slogan geschilderd: ?No change in this city.?

Zeg dan nog eens dat de Vlamingen een ontevreden volkje zijn.

U wilt reageren?

Stuur een e-mail naar jgoossens@si.rr.com


n/a

Prachtig verhaal en zeer leerrijk.
Hopelijk doet de NMBS hier iets mee.
Ik ben geen New Yorker, maar ik voel mij als Antwerpenaar goed met te weten dat het in de US toch goed is en niet zoals velen ons hier doen geloven dat het daar een rotboel is.

Mr-tsjoektsjoek

Hallo,

Inderdaad, zeer leerrijk.
Toch verbazend hoeveel 'vuilaards' van mensen er rondlopen.
Mij is het ook al opgevallen hoeveel sigarettenpeuken, wikkels, blikken en ander vuil er rondslingert.

Wat die omheiningen en prikkeldraad betreft : de hogesnelheidslijnen zijn langs gans de lijn afgezet met 'Bekaert'draad, veel haalt het niet uit, grafitti-spuiters doen toch hun 'ding'.

Hopelijk verbetert de situatie hier ook, zonder burcht-toestanden.
Pijnlijk te zien hoe sommige stellen er smerig bij rijden, en ik bedoel niet alleen de graffiti.

Groeten Mr tsjoektsjoek.




Wat baten biels en rail als de trein niet rijden wil ?

Tom

Ik dacht dat ik eens gelezen heb dat een treinstel ongeveer drie keer per week in de wasstraat paseert en wekelijks vanbinnen gekuisd wordt.
Maar ik vraag me af of dat ook in de praktijk gebeurt[?]
Hopelijk zullen de nieuwe overdekte wasstraten die er zullen komen helpen tegen de grafitie.
Tom

rgp

Dag,

Misschien niet te geloven, maar toch is het juist van die wasbeurten.  Het probleem is de kleine groep reizigers die -omdat het van de gemeenschap is - geen enkel respect tonen.
Anderzijds is er ook een rechterlijk mentaliteitsverschil.  Ik denk niet dat In New York een tagger die gepakt wordt gaat beloond worden !

Roland