ongeluk bij een ongeluk

[Huugooke]

Aan de hemelpoort staan drie, kennelijk te vroeg overleden, mannen aan te schuiven.
Sint Pieter is nieuwsgierig en vraagt de eerste hoe hij aan zijn einde gekomen is.
"Wel", zegt die, "ik had juist mijn auto geparkeerd in de straat en bij het uitstappen kreeg ik een kleerkast op mijn kop! Op slag morsdood"
"Oei, wat een tegenslag," zegt Sint Pieter, "en gij," zegt hij tegen de tweede.
"Wel, ik kreeg op mijn werk een anoniem telefoontje dat mijn vrouw mij bedriegt, ik ben dan razend naar huis gereden. Ik vond mijn vrouw naakt in bed, maar alleen. Van woede heb ik de kleerkast door het raam gesmeten. Door de inspanning heeft mijn hart het begeven en daardoor ben ik hier!"
"Ook erg, zo'n tegenslag!" zegt Sint Pieter, en draait zich naar de derde: "en gij?"
"Ik?" zegt die, "Ik zat in die kast!"

[Durango]

 

[conducteur]

Heel goed!

[Huugooke]

Er is een bus met een gepensioneerdedamesvereniging verongelukt. Alleen de chauffeur overleeft het.
Aan de hemelpoort staan dus vijftig oudere dames te wachten tot Sint Pieter zijn grote boek heeft geraadpleegd.
Deze wil komaf maken en zegt:
"Allez, wie nooit tegen zijn echtgenoot heeft gelogen blijft staan, de andere doen een stap voorwaarts"
49 dames stappen na wat aarzelen vooruit, de vijftigste blijft glimlachend staan.
" Vooruit dan," zegt Sint Pieter, "alle negenenveertig naar het vagevuur voor honderd jaar, en neem die dove ook maar mee!"