Ik ben begonnen met het definitief toekennen van adressen met Koploper, en zit met een vraag. Zijn er in DCC conventionele adresgebieden in gebruik? Zoals een adresgebied voor wissels, bezetmelders, schakeldecoders, lokomotieven... Of doet ieder zo een beetje wat hem best uitkomt?
En, als ik bijvoorbeeld mijn bezetmelders van 10 tot 20 laat lopen, kan ik dan nog mijn favorite lokomotief type 10 nog het adres 10 toekennen?
Hoe adresseren jullie jullie aparatuur en lokomotievenpark? Welke logica of norm zit erachter?
met vriendelijke groeten,
Of er een norm bestaat weet ik niet ( nooit achter gezocht ) maar heb het bij mij als volgd ingedeeld ( rij met MR-direct )
0-100 : worden gebruikt voor de wissels ( 75 in gebruik en dus
nog een marge van 25 stuks )
101-200 : schakeldecoders
250-xxx : functiedecoders
voor mijn loks gebruik ik de 4 cijfers ( rij belgisch tp 4-5 )
vb 7764/5183/1801/2623/...
dit laatste geeft mij het voordeel dat ik de nummers op de loks zie en dus onmiddelijk het adres weet
dit is mijn systeem en werkt volgens mij zeer goed
hoe het bij andere gebeurt weet ik niet
En welk digital systeem gebruik je dan?? Want daar staat en valt alles mee.
Wim, ik heb een Lenz LZV100 centrale, een LH90 handset en gebruik Koploper voor de automatisering via USB. Ik onderzoek nog hoe ik mijn Lokmouse2 aangesloten kan krijgen, maar dat is een ander verhaal.
Krispy, ik heb me gericht op Belgisch tijdperk II, dus dat worden 6 cijfers voor de lokomotieven! [;)]
Dan heb je 9999 lokadressen,
wisseladressen module adressen 0..64 (met terugmelding) b.v. met de LS100
Terugmelding 65..128 als module basis adres. (LR101)
Wim, hartelijk bedankt! Dat ga ik dan in Koploper eens allemaal gaan vastleggen dit weekend.
met vriendelijke groeten,