De argumenten over Tp III zijn bekend in de oren.
Gedurende tientallen jaren is het zelfde gezegd over modellen van typisch Belgische locomotieven. Er waren geen kopers.
Enkel een winkel in Edingen, de OVB combo en enkele hobby-fabrikanten (niet pejoratief bedoeld) roeiden tegen de stroom in. En o ja, er was ook Lima.
Tot uiteindelijk iemand bij Marklin Belgie het lef had om een reeks diesels en e-locs te laten ontwikkelen, en LSM zijn ontwikkeling van high-end Belgische modellen begon.
En zo is de markt uiteindelijk opgebloeid.
En waar zitten we nu? Een versie met Magellan sticker, een versie zonder Magellan sticker. Een versie met dikke cijfers, een versie met dunne cijfers, Een versie met een schilderfout die maar zes weken rondgereden heeft. Zolang als het locomotiefnummer maar vier cijfertijes heeft, verkoopt het.
Maar een versie die zes cijfertjes heeft, verkoopt niet? Een vroege Tp IV verkoopt wel, een late TpIII verkoopt niet? Schildering is identiek.
ACFI.
PS. Sorry voor het zagen. Dat is het effect van een overvolle mailbox op een nuchtere maag.